De kaas is op en ik moet langs de apotheek. Tijd dus om naar de winkel te gaan waar ik parkeer op een van de twee invalidenparkeerplaatsen. Dan zie ik hoe een vrouw met armen vol met boodschappen moeiteloos naar haar auto beent, die geparkeerd staat op die andere invalidenparkeerplaats. Terwijl ik naar de winkel en apotheek ga bedenk ik dat er hier eigenlijk never nooit een handhaver of politie is te zien. Iedereen parkeert hier ook maar ongestraft en ongehinderd waar het maar uitkomt.
Eigenlijk zou ik een brief naar de gemeente moeten sturen. In gedachten heb ik de brief al in drie varianten klaar en nog napruttelend doe ik de boodschappen. Ik maak nog een praatje met bekenden en als ik na een uurtje weer terug ben bij mijn auto, ben ik de foutparkeerders en het gebrek aan BOA’s en politie al weer helemaal vergeten.
Terwijl ik de auto opendoe en de rolstoellift bedien roept een pakketbezorger mij toe: “meneer, er zit een briefje onder de ruitenwisser”.
Nieuwsgierig neem ik een kijkje bij de voorkant van de auto. Jawel, een briefje. Wat zou dat zijn? Ik vind regelmatig briefjes van een bedrijf dat mijn auto wil kopen. Maar dit ziet er anders uit. Ik sta goed geparkeerd, keurig in het vak en de parkeerkaart is net verlengd. Ik peuter het briefje los en zie een officiële waarschuwing van de gemeentelijke handhaver. Er staat dat ik voortaan een parkeerkaart moet gebruiken en dat er anders een forse bekeuring dreigt. Dat is waar ook, de nieuwe parkeerkaart ligt dan wel in de auto, maar hij zit nog in een tas op de achterbank!
Pas maar op met wensen, ze worden soms zomaar vervuld.