Niek en Welzorg kennen goede en slechte tijden, zoals Niek dat zelf omschrijft. En ja, eerlijk gezegd waren het de laatste tijd meer slechte tijden, zeker nu hij 10 km verderop is verhuisd. Hij schreef erover op zijn persoonlijke blog, die we ook met jullie mogen delen op Scouters. “Meneer Van den Adel, ik bel voor het maken voor een afspraak voor het ophalen van uw hulpmiddelen”. Het is nog vroeg in de morgen, ik lig nog in bed. Ik snap nog niet helemaal wat er gebeurde toen ik dit anonieme nummer opnam.
Voordat ik bij zinnen kan komen gaat de dame in kwestie verder: “U bent onlangs verhuisd, ja?” Voordat ik antwoord kan geven lijkt deze dame al antwoord op haar eigen vraag te hebben gegeven. “Dus ja, het komt ons wel volgende week wel uit….”
Het is zo’n 4 dagen geleden. Het is een week waarin ik hoor dat er Wmo's in Nederland winst lijken te boeken op de vooraf gestelde zorg budgetten. Ik wil u dan ook dit über Hollands stukje gastvrijheid dat zich afspeelde niet ontnemen.
Kim en ik zijn gewoon simpelweg gelukkig. We zijn al 4 dagen verhuisd van Hilversum naar Blaricum, een heuze 10 km van elkaar vandaan. Een kleine stap voor Niek, maar een gigantische stap voor Welzorg, zo blijkt. Na 5 goede jaren, lijkt deze organisatie het uit te willen maken met mij.
Niet op de lieve manier, gewoon, ineens, zonder waarschuwing, cold turkey zoals de Engelsen dat mooi kunnen zeggen. Zoals een vrouw van je wilt scheiden en dan al je spullen heeft meegenomen als je thuis komt, inclusief je spelcomputer en je werkbank. Ze is er vandoor met je beste vriend, je bankrekening leeg en o ja, ze neemt ook de kinderen mee.
Zo’n manier. Een beetje alsof….Nou goed, u begrijpt het vast. Welzorg wilt nu dus al mijn speelgoed afpakken. Lees: mijn rolstoel, doucherolstoel en handbike. Zomaar alsof het niets is omdat ik 10 km verhuis.
“Hallo, bent u er nog? ” vraagt de dame nogmaals. Maar mijn grijze cellen, die normaliter op dit tijdstip nog in dromenland bezig zijn met het winnen van de loterij, de baas te zijn van de wereld en chocolade fabrieken, herstellen zich bijzonder rap. Nu ben ik wakker!
“Even, dat ik u goed begrijp” begin ik. “U wilt al mijn hulpmiddelen weer terug? Maar er is niets mis mee?” “Nee meneer, maar dat gaat nou eenmaal zo als u verhuist.” Ik neem een diepe teug adem en barst dan los.
“Nog even buiten het feit dat al mijn hulpmiddelen, wat een vies woord trouwens, op maat gemaakt zijn, nog prima functioneren en u niemand hier nog blij mee kan maken. Nog afgezien van het feit dat u in Hilversum en in Blaricum leverancier bent. Nog afgezien van het feit dat zo die arme WMO’s hun bonussen niet uitgekeerd krijgen als ze weer 2 miljoen besparen. Nog afgezien van het feit dat u al jaren dik geld verdiend aan een onderhoudscontract op mij, snap ik u echt niet, als in, echt helemaal niet. Beseft u de zwaarte van de zin die u net uitspreekt? Begrijpt u de volslagen absurditeit van uw gekozen woorden?” Ik kom op stoom merk ik, arme dame.
“U gaat deze artikelen bij mij thuis vorderen, zodat ik niet meer kan bewegen, zodat ik ze 10 km verderop wederom bij u nieuwe moet bestellen, wat zo’n drie maanden duurt terwijl deze nog perfect zijn? Moet ik dan drie maanden op bed gaan liggen? “Uuuhhh dat gaat nou eenmaal….
Dit keer ben ik degene die de ander niet laat uitpraten. “Hoe kan het zo zijn dat ik jaren niets van u hoor, u afspraak na afspraak niet nakomt. Mij niet terug belt als ik u nodig heb. Zelfs mijn HULPMIDDELEN (klinkt nog steeds vies) kapot maakt (echt gebeurd), u nooit maar dan ook nooit uit uzelf iets voor mij betekend heeft. Maar nu ik ga verhuizen staat u naar 4 dagen. Ik herhaal na 4 dagen!!! als een deurwaarder op de stoep omdat ik mijn rolstoel in moet leveren? BENT U GODVERGETEN HELEMAAL VAN DE POT GERUKT? Er bestaan namelijk weinig zinnen in dit leven die mij meer schrik aanjagen dan hetgeen u net heeft uitgesproken. Hoe zou u het vinden als ik u volgende week eens koud op bel en zeg: “goedemiddag u spreekt met het ziekenhuis we gaan volgende week uw benen amputeren. Waarom? Gewoon omdat u verhuisd bent van ziekenhuis en ja, die benen, die zijn nog prima en willen wij wel weer terug, we hebben er niet voor niets dure nieuwe heupen op gezet. Hoe zou u dat vinden? Serieus….
Lieve Welzorg. Het is al bijna uit tussen ons, u doet mij gewoon teveel pijn, maar ik ga u matsen, ik zal de deur op een kier zetten. Het gaat mij dan ook helemaal niet om na te trappen, om zout in de wonde te strooien en het gaat mij al helemaal niet om deze medewerker. Het gaat mij om het bijna onnavolgbare gemak waarmee u tegen mij praat alsof dit de normaalste zaak van de wereld is. Waarschijnlijk omdat het ergens in een regel, protocol of kader is vastgelegd. Dit kan toch ook anders?
U heeft echt uw goede kanten, die heeft u in het verleden ook laten zien. Maar stelt u zich het volgende voor. U had toch ook in de ochtend kunnen bellen met: “Goedemorgen meneer Van den Adel. Wij zien in ons systeem dat u verhuisd bent naar Blaricum. Wat leuk! Gefeliciteerd! Bent u blij met uw nieuwe huis? Het mooie is dat wij ook in deze gemeente zorg leveren en al uw contracten gewoon over nemen. U hoeft hiervoor niets te doen. Sterker nog wij willen u graag een bloemetje sturen voor uw nieuwe huis en omdat u al jaren klant bent bij ons. Vindt u het goed als wij binnenkort eens langskomen? Dan kijken we gelijk of al uw voorzieningen nog helemaal in orde zijn goed?
Lieve Welzorg, dan had ik op elk symposium over u verteld. Dan had mijn vrouw huisgemaakte koekjes voor u gebakken. Dan had ik van de daken geroepen hoe gelukkig ik met u was hoe lief u was en was ik tot in de eeuwigheid een loyale klant gebleven. Smoorverliefd was ik geweest. Hoe leuk was dat geweest? Niet alleen voor mij maar ook voor u toch? Nu moet ik dit in een column zetten omdat ik in al mijn wanhoop de logica van het leven even niet meer begrijp.
De mevrouw is stil aan de andere kant van de lijn. “Wilt u dan de gemeente Blaricum bellen dat ze aan ons door moeten geven dat ze de voorzieningen overnemen? ” Ik zucht diep, realiserend dat ik niet door het pantser der regelgeving heen ben gedrongen. Mevrouw, probeer ik nog, dat is toch een hele rare vraag? Ik ben klant bij u, daardoor heeft u een salaris. Ik verhuis naar een gemeente waar ik klant bij u kan blijven. Dan gaat u toch moeite voor mij doen toch? Maar nu moet ik de gemeente bellen, ik, niet u, of ik alsjeblieft klant bij u mag blijven? Dat is toch een hele raar of niet?
Onopgelost hangen wij op. Hierna staat Welzorg deze week 2 keer op mijn voicemail. ” meneer wij bellen voor het ophalen van uw hulpmiddelen, wilt u de gemeente Blaricum contact met ons laten opnemen, anders moeten wij langskomen.”
Lieve Welzorg. Ik weet dat jullie financiële problemen hebben en dat meneer Louwman wellicht één van zijn 4 rolls roys’s in moet leveren. Het leven is keihard. Ik weet dat u gebukt gaat onder strenge reorganisaties, opgehoogde druk en verandering in het zorg landschap. Ik neem het u dan ook echt niet kwalijk. Zeker niet deze mevrouw. Maar ik wil bijna zeggen: vindt u het gek? Als ik dit gedrag vertoon heb ik morgen geen klanten meer. Als ik dit thuis doe heb ik morgen geen vrouw meer. Dus ik daag u nog één keer uit en we spreken het volgende af. Ik ga natuurlijk de WMO in Blaricum niet bellen, sterker nog ik zou het fantastisch vinden als u werkelijk op mijn voordeur staat binnenkort. Ik ga dan op de grond zitten denk ik, waarna u het complete arsenaal kunt stallen in een hal waar niemand er meer ooit naar omkijkt. Weet wel dat ik dan heel zielig erbij ga kijken. Weet wel dat de complete Nederlandse pers hier dan van mee mag smullen. Dwarslaesie, huilend op de grond. Mooie televisie al zeg ik het zelf.
Dit is geen dreigement, dit is uiterste wanhoop. Niet van mij, ik red mij wel. Maar wel voor diegene die werkelijk om deze redenen hun perfect functionerende spullen in moesten leveren. Het kan toch ook anders of ben ik nu gek? Het doet mijn gastvrije hart zoveel pijn.
Lieve Welzorg. We hebben goede en slechte tijden gehad. Nou ja eerlijk gezegd, de laatste tijd wel meer slechte dan goede. Ik merk dat ik niet meer op nummer 1 sta in onze relatie. Het lijkt wel alsof ik steeds verder van je vandaan ben komen te staan, we zijn meer vrienden geworden dan geliefden. Nou ja vrienden, eigenlijk meer kennissen, maar wel van diegene die je ontvriend op facebook. Meer zo…
Maar pakt u nou alsjeblieft de kans om mij nog één keer in te pakken, te verrassen. Red onze relatie. Kom eens met wat origineels: sta met de fanfare op de stoep om het goed te maken zoals u dat bij u geliefde ook zou doen. Herover mij, verover en verwonder mij, ik wil weer door u versierd worden. Alstublieft en herstel mijn geloof in het goede van de mens. Herstel mijn geloof in de liefde.
Liefs Niek
Deze blog verscheen eerder op de blog van Niek, waarna hij ook dit vervolg publiceerde.
Niek van den Adel is een veelgevraagd spreker, inspirator en trainer. Als hotello raakt hij met zijn gastvrijheid boodschap wekelijks duizenden zorgprofessionals met een lach en een traan. Onlangs publiceerde hij zijn eerste boek: Crash, waarmee hij alle Nederlandse kranten, tijdschriften en vakbladen haalde. Hij was onder meer te zien in RTl late night, KRO de wandeling en bij BNN. Een rasoptimist die laat zien dat geluk een keuze is ookal zit alles, maar dan ook alles tegen. Zijn blog vind je op: niekvandenadel.nl