Pasgeleden was ik op bezoek in het Boerhaavemuseum in Leiden. Dit museum gaat over wetenschap en techniek. Het is twee jaar gesloten geweest en is dit jaar na een grote verbouwing weer open. De verwachting was dan ook hooggespannen. In het museum is als entree een historische medische studiezaal nagebouwd, het anatomisch theater. Echt prachtig en authentiek gedaan. Maar helaas, met mijn rolstoel kon ik er niet in. Dat was een ervaring die tot nadenken stemde.
Gekristalliseerde ideeën
Voordat je ergens aan begint, iets ontwerpt of iets bouwt is er een idee. Een idee wordt gevormd door aannames en een doel. In de tijd van het nagebouwde anatomisch theater leefde de heldere aanname dat gehandicapten niet moesten of mochten studeren. In de universiteiten kwam dit idee op allerlei manieren terug: hoge bordessen en trappen bij de entrees, zalen waar je alleen binnen kon als je goed ter been was. Dit denken wordt –onbedoeld- heel goed tot uiting gebracht in deze presentatie. Verderop in het museum is een tentoonstelling over Frankenstein. Dit verhaal stamt uit het midden van de 19eeeuw. Om de tentoonstelling meer authentiek te maken is hier gekozen voor teksten met een 19e-eeuws lettertype. Het is echter niet voor niets dat dit niet meer wordt gebruikt: voor mensen met dyslexie is het namelijk moeilijk te lezen. De ideeën van toen zijn gekristalliseerd in vaste vormen.
Reproduceren van vooroordelen
Bij het nabouwen of reproduceren van oude bouwwerken, vormen en zelfs van lettertypen worden ook de onderliggende ideeën en aannames gereproduceerd. Het neerzetten van een oud of verouderd concept leidt er onverbiddelijk toe dat je ook de oude vooroordelen reproduceert die daarbij horen.
Dit is alleen maar een ervaring in het Boerhaavemuseum, waar men zich overigens beraadt op oplossingen. Welke musea laten zich nog meer leiden door fraaie historische vormen zonder goed na te denken over de onderliggende ideeën?
Bron foto: professor Jos van den Broek, Wikimedia