“Bewegen is altijd goed”, zei laatst de huisarts tegen mij. En je hoort het vaker; we moeten collectief meer bewegen en minder zitten om ziekte en aftakeling te voorkomen. Maar klopt dat wel? Is bewegen altijd goed als je een chronische aandoening hebt?
Als kind werd ik niet gestimuleerd om te bewegen of te sporten. Ik werd geacht mee te doen met de reguliere gymles, maar ik zat vaker aan de kant dan dat ik meedeed, zeker op de middelbare school. En als ik meedeed dan had ik vaak een trillend been na afloop soms met pijn. Van aangepast gymmen en sporten hadden mijn leraren en ik nog nooit gehoord.
Ander voorbeeld. Toen we met de klas een keer een fitnesscenter bezochten kreeg ik mijn geld terug omdat de leraar en de aanwezige instructeurs niet wisten wat ze met mij aan moesten: een kind dat moeilijk loopt. In mijn studententijd kwam ik er pas achter dat fitness een manier van sporten & bewegen is die relatief makkelijk aan te passen is aan de mogelijkheden van het individu.
Gerichte oefeningen, aangepast aan de eigen mogelijkheden, kunnen helpen om fit en soepel te blijven. Bij het opstellen van een nuttig en prettig beweegprogramma kan soms een fysiotherapeut of andere zorgverlener helpen.
Er zijn oefenprogramma’s ontwikkeld voor specifieke groepen zoals mensen met broze bottenziekte Osteogenesis Imperfecta (OI). Mensen met OI breken gemakkelijk hun botten, waardoor veilig en gezond bewegen niet vanzelfsprekend is. Meer informatie over het project Energie4OI waarbinnen de fitness app van Physitrack is ontwikkeld voor mensen met OI is te vinden bij de stichtingCare4BrittleBones
Jammer dat je een toegangscode nodig hebt van je zorgverlener om de app te gebruiken.
Ook als je een andere aandoening hebt is het zinvol gerichte oefeningen te doen die helpen je fitheid, zelfredzaamheid of welzijn te vergroten.
Ken je andere voorbeelden van oefenprogramma’s die ontwikkeld zijn voor mensen met een specifieke beperkingen laat het dan vooral weten in een reactie op deze blog. Wellicht hebben bezoekers van Scouters er wat aan. En veel goede en ook unieke informatie over aangepast sporten vind je op Uniek Sporten
Nog niet zo heel lang geleden werd bewegen & sporten niet gestimuleerd bij mensen met een beperking omdat het volgens de over use theorie tot overbelasting kan leiden. Bewegen zou bijvoorbeeld tot een hogere spierspanning kunnen leiden wat niet goed is als je, zoals veel mensen met CP, al een te hoge spierspanning hebt. Deze theorie is net als zoveel andere theorieën deels waar.
Als kind hield ik van dansen maar na een feestje waar ik 3 uur gedanst had, had ik zere voeten. Andere kinderen ook, maar ik was de enige die een hele week pijn aan de voeten had. En dan is op den duur bewegen – in mijn geval dansen – niet meer goed of leuk.
Te veel bewegen is dus niet goed, maar niet of te weinig bewegen ook niet. Het laatste stelt de use-it-or-lose-it-theorie. Als je bepaalde bewegingen structureel niet of weinig maakt, word je er vanzelf minder goed in.
Bijvoorbeeld je loopfunctie kan achteruitgaan als je veel van een rolstoel gebruik maakt en het lopen niet onderhoudt.
De twee theorieën samen leiden tot het volgende advies: beweeg maar ga niet over je grenzen heen zodanig dat je (permanente) schade oploopt. Het lastige is dat het moeilijk kan zijn om je eigen grenzen te bepalen. Wat voor de een te grote belasting is die tot (langdurige) schade kan leiden, is dat voor de ander niet.
Uit de use-it-or-lose-it theorie volgt ook dat gevarieerd bewegen belangrijk is. Door gevarieerd te bewegen kun je meerdere motorische vaardigheden op peil houden of verbeteren en verklein je ook de kans op overbelasting van één bepaalde spiergroep, gewricht of lichaamsdeel. Bijkomend voordeel van variëren is, vind ik, dat bewegen er minder snel saai van wordt en beter vol te houden is.