Het jongetje en ik lijken allebei verrast over deze plotselinge waarschuwing. Onze paden kruisten elkaar namelijk niet. Hij liep niet op mij af en ik ging de andere kant op. Het mannetje stond zeker een paar meter naast mij. Zelfs met de beste wil van de wereld had er geen botsing kunnen gebeuren. Naarmate ik langer rollend door het leven ga valt het op dat dit vaker gebeurt. Moeders die met een verschrikte stem waarschuwingen roepen naar hun nietsvermoedende kind en het met een ruk verder bij mij vandaan trekken. En altijd als ze een paar meter naast mij staan zonder ook maar de kleinste kans op een botsing.
Wat zou dit zijn? Het duurt een tijdje tot ik antwoord krijg. Ik ben met een paar vrienden een weekend op stap geweest. Niet iedereen kende elkaar en met een van de nieuwe vrienden praat ik na over ons gezamenlijke uitstapje. In de loop van de avond komt het hoge woord eruit. Door de ontmoeting met mij is hij zich bewust geworden dat zijn leven niet altijd door zal gaan als nu. In mijn handicap ziet hij ook zijn eigen kans op ziekte. Hij vindt dit heel confronterend en is erg onder de indruk. Zo had ik het nog niet bekeken, maar inderdaad: de meesten leven alsof we 500 jaar oud worden. Zo lang we gezond zijn tenminste. En zo lang alles goed gaat is het heel plezierig om te doen alsof het zo blijft.
Het ontmoeten van iemand met een handicap kan die droom doorbreken. Het besef dat je zelf ook gehandicapt kan raken is voor sommige mensen beangstigend. Zelfs het dicht bij iemand met een handicap zijn zou wel eens gevaarlijk kunnen zijn. Een oerangst zorgt bij deze moeder voor een irrationele waarschuwing. In elk geval ben ik nu blij dat het niet om mijn persoon gaat en laat ik het van mij afglijden.