In vorige Scouters nieuwsbrieven vertelden we over de interviews met Erwin Hout
en
Lidwien Cornelissens waarin zij hun persoonlijke en pijnlijke ervaringen delen over het herindiceren. Nu graag je aandacht voor het laatste interview van dit drieluik: Marie José Calkhoven
Marie José heeft een levenslange beperking en heeft veel ervaring het herindicaties. Ze heeft vooral issues met de Wmo. Haar gemeente deed tot voor kort ieder jaar een herindicatie, met als gevolg Marie José steeds de helft van haar uren verloor. Ze voelde zich gedwongen bezwaarzaken te gaan voeren, die ze meestal ook won en haar uren weer terugkreeg. Ze vond dit ‘vreselijk, het kostte ontzettend veel energie en frustratie’. Ook omdat haar gezondheidssituatie nooit verandert, dus dan zou het logisch zijn als de uren minstens gelijk blijven. Sommige aandoeningen zijn immers voor het leven, die worden niet minder, vaak alleen maar erger. Een bezwaarzaak, of zelfs een gang naar de rechter, zou dan niet nodig moeten zijn.
Indicatellers van de Wmo zijn volgens Marie José geen onafhankelijk adviseurs meer, ‘ze laten zich gijzelen door wat de portemonnee van de gemeente dicteert’. Daardoor wordt ze geconfronteerd met het feit dat ze afhankelijk is en dat ze ‘er nooit op kan vertrouwen dat het tapijt niet onder haar vandaan wordt getrokken’. Gelukkig is inmiddels de frequentie van de herindicaties minder geworden, maar hangt het nog altijd als een zwaard van Damokles boven haar hoofd.
Ze adviseert dan ook anderen, die ook een levenslange aandoening hebben en ook worden gekort na een indicatiegesprek, het er niet bij te laten zitten. En ook om juridische hulp te vragen. Bijvoorbeeld bij MEE of een patiëntenorganisatie.
Dit interview is gepubliceerd in het kader van het project (her)indicatiestelling bij mensen met een levenslange beperking van Kenniscentrum Zorginnovatie, Hogeschool Rotterdam.