Grofweg zijn er drie soorten tilliften:
- de verrijdbare opstahulp (een verrijdbaar rek met een voetenplank waar je op kunt staan),
- stalift (die helpt je tot stand),
- de passieve tillift (die tilt je vrijwel passief op).
- Verrijdbare passieve tillift
- Plafondlift
De Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting geven aan de hand van de Mobiliteitsklassen (A-E) globaal aan wanneer je welk type lift nodig hebt. Als je niet zelfstandig kunt (op)staan, maar je wel enige rompbalans hebt en je enigszins steun kunt nemen op een of beide benen, val je in Mobiliteitsklasse C. Dan moet je denken aan een stalift. Als je onvoldoende rompbalans hebt en geen steun kunt nemen op je benen, val je in Mobiliteitsklasse D of E en moet je denken aan een passieve lift. Deze Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting op basis van de vijf Mobiliteitsklassen gelden formeel alleen voor mensen die professioneel in de zorg werken (Arbocatalogus). Maar omdat we uiteraard ook onze mantelzorgers niet te zwaar willen belasten, zouden we deze praktijkrichtlijnen ook voor hun als vuistregel moeten gebruiken.
Schakel je ergotherapeut in
Maar let op, er zijn heel veel varianten. Vandaar deze Keuzehulp. Mocht je twijfelen: overleg met een ergotherapeut. Een ergotherapeut kan je goed helpen met een WMO aanvraag en ook samen met leveranciers bij jou thuis de beste oplossing vaststellen. Bedenk vooraf hoe, waar en welke transfers jij wilt maken.